Autosport botst met een aantal ethische principes. Ten eerste gebruiken auto's (en zeker F1,...) ontzettend veel energie en fossiele brandstoffen, voor iets dat niet echt een basisbehoefte is. Olie is een uitputbare brandstof, de ontginning is niet milieuvriendelijk (denk aan de ramp in de Golf van Mexico), en zowat alle oliemultinationals zijn betrokken bij mensenrechtenschendingen, milieuvervuiling en oorlog of conflicten. Er zijn milieuvriendelijkere sporten (fietsen, athletiek,...) die een veel lagere ecologische voetafdruk hebben. F1 is een grote verspilling, niet alleen tijdens de wedstrijden, maar ook het vliegverkeer voor de bolides,... Het is dus beter zo weinig mogelijk olie te verbruiken, zo weinig mogelijk corrupte multinationals te steunen. dus enkel olie gebruiken voor belangrijke zaken die wezenlijk bijdragen aan het welzijn van anderen.

Ook de klimaatimpact van autosport is veel te hoog. Gezien het feit dat er milieuvriendelijkere sporten zijn, is autosport sterk af te raden.
De pistes voor autosport (parcours,...) nemen vaak ook erg veel ruimte in beslag in vergelijking met andere sporten zoals marathonlopen. Het verlies aan ecosystemen weegt niet op tegen het nut dat we hebben van autosport. Autosport is een ernstige bedreiging voor de biodiversiteit, en dat weegt moreel sterker door dan het genot van het kijken naar een wedstrijd. Autosport is te sterk een luxe, en luxe nastreven is minder belangrijk dan biodiversiteit behouden en basisbehoeften nastreven.
De zeer hoge inkomens van autosporters en andere topsporters is bovendien in strijd met het rechtvaardigheidsprincipe (autosporters dragen niet veel bij aan het welzijn van de minst bedeelden, en men zou prioritaire aandacht moeten schenken aan de minst bedeelden)



Een overzicht van de 7 belangrijkste principes van ecologische rechtvaardigheid (autosport is in strijd met het eerste en vierde principe)


1) Een rechtvaardige verdeling van levenskwaliteit: maximaliseer de levenskwaliteiten (welzijnswaarden) van alle voelende wezens, en geef daarbij sterke voorkeur aan een verhoging van de laagste welzijnswaarden. Dus maximaliseer de levenskwaliteit van de minst bedeelden (de voelende wezens met het minste welzijn), tenzij dit ten koste gaat van ontzettend veel meer welzijn van anderen. Voelende wezens zijn alle wezens die een complex zenuwstelsel hebben en die nu of in de toekomst leven (dus inclusief toekomstige generaties en voelende dieren).
2) Het basisrecht van levende wezens (=planten en andere wezens die complexe belangen hebben): dood of kwets geen planten voor de eigen luxebehoeften. Voor basisbehoeften mogen we nog wel planten gebruiken.
3) Het basisrecht van voelende wezens (=wezens die complexe belangen hebben en die hun belangen ook subjectief kunnen gewaarworden, bv. gewervelde dieren): Alle voelende wezens hebben het basisrecht om niet gebruikt te worden als louter middel voor onze doelen (zowel luxebehoeften, basisbehoeften als vitale behoeften. Eén uitzondering: een voelend wezen dat door de natuur afhankelijk is geworden van het gebruik van andere wezens om te overleven, mag nog andere wezens opeten voor die vitale behoeften, zolang er geen betere alternatieven zijn. (De prooi mag zich ook nog wel verdedigen.)
4) De intrinsieke waarde van biodiversiteit. Bescherm de biodiversiteit (=verscheidenheid aan levensvormen). Biodiversiteit voor een ecosysteem is analoog aan welzijn voor een voelend wezens: beiden zijn intrinsiek waardevolle eigenschappen van een entiteit (ecosysteem, voelend wezen) dat uniek en onvervangbaar is.
5) Herstellende rechtvaardigheid. Streef naar verzoening, vergeving en geweldloosheid in plaats van vergelding en straf. Ontwikkel hierbij een gevoel van universele liefde, een betrokkenheid bij alle leven, zelfs met mensen die immorele handelingen doen. Dus beschouw niemand als vijand. Vergelijk het met de onvoorwaardelijke liefde van een moeder voor haar kind dat de meest verschrikkelijke dingen doet. Die moeder zal trachten haar kind te stoppen, ze zal hem niet zomaar vertrouwen, maar ze zal hem nooit minachten of haten
6) Rechtvaardige zorgverlening. Tolereer de keuze van hulpverleners. Bij het helpen van andere voelende wezens mag men zelf wel een zekere prioriteit verlenen aan de wezens met wie men een sterkere emotionele betrokkenheid voelt, op voorwaarde dat men de keuze respecteert van andere hulpverleners die prioriteit geven aan het helpen van hun dierbaren.
7) De gulden regel: leef die principes na, waarvan we willen dat iedereen ze naleeft. Geef het goede voorbeeld en doe altijd datgene wat iedereen zou moeten doen, zelfs al doet niemand anders het. We moeten ons onvoorwaardelijk inzetten en desnoods tegen de stroom in durven roeien.

Ter illustratie een aantal concrete maatregelen die volgen uit de principes van ecologische rechtvaardigheid:
-Eet veganistisch (=volledig plantaardig): informeer u over gezonde veganistische voeding. We hebben geen dierlijke producten nodig om gezond te leven. Gebruik geen dieren voor kleding, amusement,… We mogen mensen en andere voelende dieren niet verhandelen, bezitten, gebruiken als slaven, vermoorden, uitbuiten, slachten, opeten,…
-Gebruik enkel milieuvriendelijke technologie.
-Bestrijd overconsumptie: leef sober in vrijwillige eenvoud. Verlaag uw ecologische voetafdruk. Gebruik geen luxe (=alles wat te maken heeft met sociale status, behoeften gecreëerd door commerciële reclame, modetrends,…). Sta een teveel aan rijkdom en geld af ten gunste van de armste mensen en meest kwetsbare wezens.
-Bestrijd overbevolking: beperk zwangerschappen, steun organisaties die werken rond vrijwillige gezinsplanning in arme landen.
-Engageer u voor mens, dier en natuur.

Meer lezen: http://stijnbruers.wordpress.com